'Een rommelig zooitje', zo beziet de bouwvakker de 
        
balklaag 
        die de 
        
bouwhistoricus 
        in opperste staat van vervoering brengt. 
        Allerlei soorten 
        
balken 
        door elkaar, dikke van 
        
eikenhout, 
        dunnere van 
        
grenen 
        en ook nog wat recent 
        
vurenhout 
        ertussen. 
        De bouwvakker is wel gewend aan een 
        
enkelvoudige balklaag 
        (want daar gaat het in dit geval om), maar dit is toch wel een rare. 
        Toch zal hij vast wel een tijdje meekijken en liefst samen met de 
        'huisdetective' de puzzel 
        ontrafelen: twee verschillende vaklieden zien immers meer dan één.
        De dikke balken liggen op een forse, 
        regelmatige afstand van elkaar en de lichtere moet je even wegdenken. 
        Wanneer dan de inkepingen aan de bovenzijde van het eikenhout verraden dat hier 
        
kinderbinten 
        haaks op die 
        
moerbalken 
        lagen, dan vindt de bouwvakker 
        nog steeds dat het er niet uitziet, maar boeiend is het werk van zijn verre 
        voorgangers wel. 
        En toch jammer wat die onderhoudsbeurt nadien aangericht heeft. 
        Zitten de 
        
sleutelstukken 
        er nog aan, 
        dan dwingen deze staaltjes van 
        
houtsnijkunst 
        vast respect af. 
        Mogelijk dat 
        
pengaten 
        wijzen op de 
        
korbelen 
        van 
        
gebonden gebinten.
        Het gesprek wordt pas echt interessant voor beide partijen wanneer de 
        ontrafeling van de bouwgeschiedenis helpt bij de verklaring van 
        constructieve gebreken. Niet ondenkbaar, want de stevige 
        oorsponkelijke constructie is grondig overhoop gehaald in het verleden.
        Hoe je die problemen nu gaat oplossen en of de 
        balklaag in het zicht gehouden zal worden, dat is het volgende verhaal.
        
        
        
          Tekst: Jean Penders, 02-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders